Bouwmaterialen en -technieken

Eindelijk is het zover. Je gaat bouwen of verbouwen. Je hebt een grond of een bestaand gebouw, een budget, goesting en kriebels. Wellicht neem je een architect onder de arm. Maar daarmee is de kous niet af. Als ' bouwheer' moet en kan je een aantal keuzes maken.

Hoe groot wordt je nieuwe onderkomen, hoeveel aparte ruimtes worden er voorzien, enz. Ook over de materiaalkeuze kan je een woordje meespreken. Het is immers niet om het even. Verschillende vragen dienen zich aan:

  • Welke ramen nemen we: hout, pvc of aluminium?
  • Welke vloer is het meest geschikt voor een jeugdlokaal?
  • Wat is het handigste en goedkoopste verwarmingssysteem?

Hiermee willen we je wat op weg helpen. Niet om je het enige echte goede antwoord te geven, wel om je een eerste idee te geven van de afwegingen die je kan maken en aan te geven wat bepalend kan zijn om voor dit of dat te kiezen. Ook niet om je architect of plaatselijke deskundigen tegen te spreken, maar wel om je iets beter te wapenen als je met hen aan tafel zit om beslissingen te nemen.

We overlopen het volledige gebouw, van de ruwbouw, over technieken tot de afwerking, zonder ons te verliezen in het kleinste detail. Binnen elk van deze 3 delen worden er aparte toepassingsgebieden belicht (bv. vloeren, dak, wanden, verwarming,…).
 
Per toepassingsgebied geven we een aantal 'mogelijk te gebruiken materialen' aan. Die toetsen we vervolgens aan een aantal criteria die we belangrijk vinden:

  • de kostprijs van de materialen,
  • de hanteerbaarheid van de materialen,
  • onderhoudsvriendelijkheid en slijtagebestendigheid van de materialen,
  • de milieuvriendelijkheid van de materialen,
  • het comfort en de functionaliteit voor de specifieke toepassing van jeugdlokaal.

We gaan er immers van uit dat de uiteindelijke materiaalkeuze een verstandshuwelijk is tussen een aantal voor- en nadelen m.b.t. deze criteria.

Die eigenschappen zijn af te wegen binnen de specifieke context, zowel tijdens het bouwen als tijdens het gebruik.

  • Misschien is er een houtleverancier die je een ongelooflijke korting geeft. Of heb je een aantal metsers bij de ouders van je leden die graag een handje komen helpen.
  • 'Jeugdmateriaal’ moet tegen een stootje kunnen, kinderen spelen niet altijd even rustig.
  • Het ‘jeugdmateriaal’ moet daarnaast een ‘minder intensief beheer en onderhoud’ kunnen doorstaan:
    • Als je een lokaal amper één keer per week gebruikt, merk je minder vlug een lek in het dak of in de waterleiding op.
    • Vrijwilligers zullen wellicht minder frequent schoonmaken dan een goede huismoeder.
    • De verwarming kan per ongeluk een hele week blijven branden.
    • ...

We hebben geprobeerd om het geheel weer te geven in een zo eenduidig mogelijke structuur. Per concreet toepassingsgebied vind je meestal:

  • Een korte beschrijving van wat we bedoelen met het toepassingsgebied (= de titel).
  • 1 of meerdere tabellen waarin de respectieve materialen een beoordeling krijgen op basis van de eerder geschetste criteria. Deze beoordeling is weergegeven op een waardeschaal die gaat van 3 minnetjes (zeer slecht) naar 3 plusjes (zeer goed). De middelste quotering (±) is dus de meest neutrale. Voor elk materiaal kan men soms nog onderlinge kwaliteitskeuzes maken. We zijn echter in de waardering uitgegaan van een gemiddelde kwaliteit. Wanneer een criterium voor een bepaalde rubriek niet relevant is vermelden we ‘n.v.t.’ (= niet van toepassing).
  • Een korte woorduitleg bij de gebruikte termen en benamingen in de tabel.
  • Een woordje uitleg bij de waardering die uitgesproken wordt in de tabel. Dit kan uiteenlopend van aard zijn: een verklarende of verduidelijkende uitleg, een aanvullende opmerking, een nuancering of relativering, enz.
  • Enkele bijkomende tips: suggesties, aanraders, doorverwijzingen,…

De Criteria

Criterium 1: goedkope materialen

Dit behoeft het minste uitleg. Jeugdlokalen bouwen of verbouwen is uit financieel oogpunt geen evidente zaak. Vaak is het een moeizame zoektocht naar voldoende middelen om zoveel mogelijk van de wenselijke ruimte te kunnen creëren en in te richten. Kiezen voor goedkopere oplossingen heeft dus zeker een aantal voordelen. Toch is het ook oppassen geblazen. De goedkoopste keuze kan immers een aantal andere consequenties hebben (bv. naar onderhoud, slijtage, energiekost ,...).

Soms dient er zich een opportuniteit met tweedehandsmateriaal (of een schenking van materiaal) aan. Die kan je natuurlijk zoveel mogelijk meepikken, echter niet zonder af te wegen of het past binnen het totale concept van je bouwproject (in combinatie met andere materiaalkeuzes).

Criterium 2: makkelijk hanteerbare materialen

Het gebruik van gemakkelijk hanteerbare materialen verhoogt de kansen om een en ander zelf recht te zetten, te plaatsen of af te werken. Dit vereist natuurlijk wel dat deze materialen te gebruiken zijn door een ‘doorsnee-handige Harry’ of door een vrijwilliger kunnen geplaatst worden mits een goede handleiding, degelijke uitleg of toonmoment.

De meeste werkingen hebben binnen of net buiten de schoot van hun vereniging wel een handjevol vrijwilligers, enthousiastelingen, manusjes van alles. Door zelf een aantal werken uit te voeren, kan de kostprijs gedrukt worden, is het rond te krijgen budget realistischer en kan misschien meer ingevuld worden van de ruimtelijke wens.

Het samen bouwen aan lokalen heeft ook een educatieve meerwaarde. Het kan groepsbevorderend werken en de medewerkers bekomen doorgaans een groter respect voor de nieuwe, afgewerkte infrastructuur.

Criterium 3: onderhoudsvriendelijke en slijtagebestendige materialen

Een jeugdlokaal wordt voor heel wat gebruikt: spel, knutselen, eten ... Er wordt in bewogen, er wordt al eens iets vuil gemaakt, men loopt gemakkelijk binnen en buiten. Het meubilair wordt al eens aan de kant geschoven, er vliegt al eens een deur toe. Dit beïnvloedt de materiaalkeuze. Het moet immers allemaal tegen een stootje kunnen en er niet al te snel smerig uitzien.

Bovendien zijn jeugdwerkers zelden goede huisvrouwen. Er wordt niet elke week afgestoft, geboend en gekuist. Dat hoeft ook niet, maar het sluit misschien het gebruik van bepaalde materialen uit. Het is ook niet zo eenvoudig om jaarlijkse onderhoudsbeurten (verven, producten, herstellingen,…) te voorzien. Als begeleiders van kinderen en jongeren hebben we immers in de eerste plaats een animatie- of pedagogische opdracht. Dus vermijden we best om voor materiaal te kiezen dat geregeld z’n likje of andere vertroeteling nodig heeft.

Criterium 4: milieuvriendelijke materialen

Zorg voor het milieu is een bekommernis die de meeste jeugdbewegingen en jeugdwerkingen opnemen in hun algemene visie. Het is eenieders verantwoordelijkheid om waar mogelijk bij te dragen aan een 'propere leefomgeving'. Organisaties die door en voor jongeren en kinderen gerund worden hebben op dit vlak een voorbeeldrol op te nemen.

Bij het realiseren van een bouwproject heb je de mogelijkheid om een stuk van deze visie in de praktijk om te zetten. Niet ten koste van elke prijs, maar voor bepaalde toepassingen kan een betaalbaar alternatief (materiaal of installatie) werkelijk een verschil maken op een (of meerdere) van de volgende terreinen:

  • het beperken van het energieverbruik,
  • het beperken van milieubelastend afval,
  • het bewerkstelligen van milieuvriendelijke productieprocessen en het beperken van de milieulast via transport,
  • het vermijden van gezondheidsrisico’s voor de gebruikers.

Criterium 5: gebruikscomfort

Dit criterium verwijst naar de specifieke context van een jeugdlokaal. Een jeugdlokaal is in een aantal opzichten niet te vergelijken met traditionele woningbouw die voornamelijk op de verblijfs- en leeffunctie georiënteerd is. Specifiek voor jeugdlokalen is dat ze slechts 1 of hoogstens enkele keren per week gebruikt worden en dat de voornaamste functies ontmoeting en beweging zijn.

Een jeugdlokaal moet aangenaam zijn om in te vertoeven. Bovendien moet het praktisch en nuttig ingericht zijn, aangepast aan de functie die het moet vervullen. Deze realiteit heeft een aantal consequenties naar de ideale materiaalkeuze. Dit uit zich onder meer op de volgende terreinen:

  • aangenaam en nuttig in gebruik m.b.t. warmte (opwarmbaarheid, warme of koude materialen,…),
  • aangenaam in gebruik m.b.t. geluid (akoestiek, weergalm, storing,…),
  • gezelligheid (aanvoelen, jeugdvriendelijk,…),
  • voorkomen van kleine ongevallen (vloeroppervlak, muurbekleding,…),
  • wisselend aanpasbaar aan de smaak van de gebruikers (participatie gebruikers, jeugdcultuur,…)

Dit criterium is niet voor alle onderverdelingen van toepassing. In dat geval lees je in de tabel de vermelding ‘n.v.t.’.